Dyade: tweeheid – De verdeeldheid van het getal 2
Zoals we in het vorige artikel over het getal 1 hebben gezien, wordt de monade (Grieks voor eenheid) beschouwd als de vader der getallen, als de scheppende oerkracht waarin en waaruit het hele universum tot bestaan is gedacht. De godheid kan zichzelf in de statische toestand van eenheid niet kennen omdat er niets ander is dan hijzelf, er is niets om zich in te spiegelen, niets om mee te vergelijken. Het moment waarop eenheid zichzelf wil leren kennen is de aanzet tot het scheppingsproces. De monade creëert ‘de ander’ als afspiegeling van zichzelf. Hierdoor ontstaat de dyade (Grieks voor tweeheid). De oorspronkelijke monade creëert een tweede cirkel als exacte kopie van zichzelf. Symbolisch wordt dit weergegeven door twee overlappende cirkels met een lijn die beide middelpunten verbindt. Tussen de beide cirkels heerst spanning. Ze stoten elkaar af maar tegelijkertijd trekken ze elkaar aan. Enerzijds verbindt de lijn twee punten of polen, anderzijds laat de lijn duidelijk zien dat zij van elkaar gescheiden zijn. Een ander universeel symbool voor de dyade is de maan. De maan zelf creëert geen licht maar ontvangt en weerkaatst slechts het licht dat zij van de zon ontvangt. De idee van weerkaatsing, van spiegeling die aan de dyade ten grondslag ligt verduidelijkt en bevestigt de idee dat onze wereld in feite een illusoire wereld is. Het is dan ook niet verrassend dat kenmerken zoals illusie, conflicten en dualiteiten aan het getal twee worden toegeschreven.
De Hogepriesteres
De principes van de dydade vinden we overduidelijk terug in tarotkaart de Hogepriesteres, de tweede kaart van de grote arcana. De Hogepriesteres van Waite staat bol van maan- en watersymboliek waardoor het hoofdkenmerk van de dyade namelijk ‘spiegeling’ wordt benadrukt. De Hogepriesteres weet dat ze de ontvangster is van het goddelijke licht. Hoewel ze ogenschijnlijk los staat van de monade weet ze dat ze daar nog deel van is. Dit wordt gesuggereerd door de voorhang waarachter water, een symbolische weergave van de oerzee, en daarmee van de monade, zichtbaar is. Zijzelf is gehuld in een waterig gewaad wat die oorspronkelijke eenheid benadrukt en tegelijkertijd de illusie van afgescheidenheid wekt. De intrede van het dualistisch denken vinden we terug in de zwarte en de witte zuil. Op de Hogepriesteres in the Old Path Tarot wordt dit gesymboliseerd door de zwarte en de witte maan.
Het getal 2 heeft een haat-liefde verhouding met het getal 1. Enerzijds is zij aan de godheid gelijk anderzijds is zij slechts een illusie ervan. Dit veroorzaakt haar innerlijke conflicten. Voor het scheppingsproces is het belangrijk dat zij zichzelf ziet als afgescheiden. Zou zij de polariteit opheffen en terugkeren in de monade dan kan verdere schepping niet plaatsvinden, kan de één zichzelf niet leren kennen. Het getal twee wordt daarom beschouwd als de moeder der getallen. Dit komt tot uiting in de Tarot of the Old path waarin de aspecten natuur en schepping worden benadrukt.
De Kracht
Zoals ik in het eerste deel al heb aangegeven houd ik mij aan de oorspronkelijke volgorde in de tarot waarbij de Kracht de elfde kaart is. Het getal 11 wordt door optelling teruggebracht tot 2. Op tarotkaart De Kracht van Waite zien we een op de magiër gelijkende vrouw afgebeeld met een leeuw. De vrouw heeft een duidelijke verwantschap met de Magiër door haar witte kleed, het lemniscaat boven haar hoofd en de rozensymboliek. Je zou kunnen zeggen dat zij een afspiegeling van de Magiër is. Haar witte kleed duidt op haar onschuld. De leeuw is net zoals de zon een wijdverbreid symbool voor de godheid. De vrouw sluit de bek van de leeuw, van het mannelijke principe. Alles draait nu om de vrouwelijke, ontvankelijke kracht. Dit sluit aan op wat ik in het vorige artikel heb geschreven bij Het Rad van Fortuin als aanwijzing om naar binnen te keren om de goddelijke wetten te kunnen begrijpen. Waite zegt dat deze kaart ook ‘fortitude’ (Engels voor vastberadenheid) genoemd had kunnen worden omdat vastberadenheid een vereiste is om de innerlijke weg te kunnen bewandelen.
Het Oordeel
In de Old Path tarot wordt de twintigste kaart niet Het Oordeel maar Karma genoemd. Met het ontstaan van het dualistische denken is ook het principe van Karma – oorzaak en gevolg – in de wereld gekomen. De verschillende afgebeelde astrale niveaus wijzen op het groeiproces van de mens die door het bewandelen van het aardse pad uiteindelijk weer terugkeert naar het niveau van eenheid. Wanneer we naar tarotkaart Het Oordeel van Waite kijken zien we een engel die op een bazuin blaast. Daaronder zien we een zee met daarop drijvende kisten waaruit mensen zijn opgestaan die in verrukking omhoog kijken. Deze kaart symboliseert de oproep van de engel om op te staan uit de stof, om het dualistische denken achter ons te laten, om niet te oordelen. In feite zijn er geen tegenstellingen. Door onze hokjesmentaliteit kunnen we de eenheid niet zien. Het Oordeel nodigt ons uit om zowel liefde als haat te overstijgen, geen voorkeuren te hebben, waardoor we de wereld kunnen zien zoals hij werkelijk is. De hierop volgende kaart is dan ook de kaart De Wereld die we in het volgende artikel over de Triade (Grieks voor drieheid) zullen behandelen samen met de Keizerin en de Gehangene.
Tarotkaarten leren lezen is een kwestie van oefenen. Je kunt dat doen door Tarot Dagkaarten te trekken, Dankbaarheidskaarten, maar ook door bijvoorbeeld een kaart te trekken die je mening verwoordt over het artikel dat je zojuist hebt gelezen.
Naar Tarot en de Triade, getal 3
© 2004, Nelly van der Werff