Waarin we een schokkende waarheid over de Tarot Koningen aan de weet komen …
Lees eerst hoe het allemaal begon met de Koningin van Zwaarden
De Koningen zitten op het terras van het landgoed van Koning Pentakels te genieten van zelf gebrouwen bier. Gebrouwen door de Ridder van Pentakels, die je graag alles wil vertellen over het bierbrouwproces en onvermijdelijk zal hij daarbij uitkomen bij zijn mesthoop. Maar hem laten we vandaag niet aan het woord. En misschien wel nooit meer.
Hebben jullie je lijfspreuken al bedacht?” vraagt de Koning van Kelken. “Die van mij is: ‘Wie goed doet, goed ontmoet.’ Oubollig misschien, maar die is mij op het lijf geschreven en ik leef ernaar.”
De andere koningen knikken instemmend.
De telefoon van de Koning van Staven begint te flitsen. De koning leest het binnengekomen sms’je en zegt: “Arbeid Adelt. Dat is mijn lijfspreuk.”
“Ha, ha, ha, Je hebt zeker je secretaresse aan het werk gezet om je lijfspreuk te ‘researchen’. Wat een mop,” lacht de Koning van Pentakels.
“Waar is die van jou mee gekomen?” vraagt de Koning van Staven belangstellend?
“Goede wijn behoeft geen krans.”
“Klinkt goed, geen idee wat je er eigenlijk mee bedoelt, maar doe mij nog maar zo’n uitstekend biertje,” zegt de Koning van Staven. ‘En Zwaard, wat is die van jou?”
“Mijn gedachten zijn wet,” antwoordt de Koning van Zwaarden.
“Mooi. Heb je die helemaal alleen bedacht?” vraagt de Koning van Pentakels belangstellend.
“Uiteraard,” zegt de Koning van Zwaarden uit de hoogte.
“Niet dus,” lachte de Koning van Staven. “Mijn secretaresse sport met die van jou en zo weet ik toevallig dat zij kwam met ‘Mijn wil is wet.’ En dat jij toen bedacht …”
“Ja, ja, ja,” onderbreekt Koning Zwaarden hem. “Als je dat maar niet aan mijn vrouw verklapt.”