Haindl Tarotkaart Kelken Moeder – Venus van Willendorf
Globale betekenissen: Een aards, eenvoudig en eerlijk persoon. Matriarch. Oerkrachten.
Keerzijde: Iemand die niet in verbinding staat met de natuurlijke werkelijkheid.
De Venus van Willendorf is een kalkstenen beeldje dat gevonden is bij het plaatsje Willendorf in Oostenrijk. Deskundigen schatten dat dit beeldje ongeveer 22000 tot 24000 jaar oud is. De beste achtergrondinformatie en toelichting op dit beeldje vond ik op de website www.nissaba.nl die inmiddels niet meer lijkt te bestaan.
“Kalkstenen vrouwenbeeldje uit het Paleolithicum. Het ongeveer 11 cm hoge beeldje werd in 1908 gevonden door de archeoloog Josef Szombathy nabij de Oostenrijkse stad Willendorf. Hier bevond het zich in een lösslaag uit het Aurignac.
Het was gesneden uit een soort kalksteen die niet uit de streek afkomstig was, dus moet het van elders zijn meegenomen. Volgens de recentste datering is het gemaakt in het hoog-Paleolithicum, ongeveer 24.000 – 22.000 v.o.j.
Haindl Tarotkaart KelkenmoederDe Venus van Willendorf is het populairste vrouwenbeeldje uit een genre van paleolithische beeldjes die worden gekenmerkt door sterk aangezette vrouwelijke vormen, die tegelijkertijd een uitbeelding zijn van zwangerschap als van het levenschenkende en voedselverschaffende vrouwenlichaam. Andere uitbeeldingen van dit idee zijn de vrouwelijke figuren van Laussel en Lespugue. Aanvankelijk werden de beeldjes vooral beoordeeld als uitingen van prehistorische kunst, waarbij ze uitsluitend werden vergeleken met het passieve vrouwelijk naakt in de kunst van recentere periodes. Pas de laatste tijd worden theorieën opgesteld over een mogelijke functie in een maatschappelijke context, of als uiting van de ideeënwereld van de mens uit de steentijd. Volgens deze opvattingen wordt de betekenis van de beeldjes afgeleid uit de actieve rol van vrouwen in samenlevingen uit de oudheid.
De naam ‘Venus’ werd voor het eerst gebruikt halverwege de negentiende eeuw door de Marquis de Vibraye, die deze naam toepaste op een prehistorisch, naakt vrouwenbeeldje. Dit was gevonden in de Dordogne, bij Laugerie-Basse in de Vèzère-vallei. Hij noemde het beeldje Venus impudique ofwel ‘onzedige Venus’, een woordspeling op de Venus pudica, het preutse Venus-beeld dat nu nog in het museum op de heuvel van het Capitool in Rome is te bezichtigen. Zijn grapje werd later overgenomen als verzamelnaam voor een heel genre van beeldjes uit de oude steentijd. Deze benaming is inmiddels onder vuur gekomen, vanwege het willekeurige verband dat hiermee wordt gelegd met een bekende godin uit een geheel andere context. Daardoor worden misschien onbewust kenmerken van een heel andere cultus op het verleden geprojecteerd.
Er is bij de vrouwenfiguur van Willendorf sterke nadruk gelegd op de kenmerken van het vrouwenlichaam die in verband staan met het vermogen leven voort te brengen en te voeden; andere kenmerken zijn hierbij achtergebleven. Net als bij de vrouwenfiguur van Lespugue zijn hier de uiterst dunne armen gelegd over de grote, volle borsten. Ook de dijen, buik en billen zijn dermate aangezet dat men tegenwoordig zou spreken van ‘vetzucht’. Hoewel de buik zwaar naar beneden hangt, blijven de geslachtskenmerken van de vulva duidelijk zichtbaar.
In tegenstelling tot het gebruik bij veel andere beeldjes lopen de benen niet spits toe. Er zijn twee benen, waarbij echter wel de voeten ontbreken. De algemene suggestie dat het beeldje in de grond kan worden gestoken gaat hier niet op. Er is wel gesuggereerd dat het bedoeld is om in de hand te houden.
Het opvallendste is het ontbreken van een gezicht. Dit is een tamelijk algemeen kenmerk van de beeldjes van zwaarwichtige vrouwen. In plaats hiervan zijn zeven lagen om het hoofd gewikkeld, die men wel omschrijft als ‘gevlochten haar’. Het zijn zeven cirkelvormige banden van ongelijkmatige dikte, waarvan de laatste, bovenop het hoofd, de vorm heeft van een rozet. Tot ergernis van een meer gematigde stroming wetenschappers wordt het aantal van zeven wel in verband gebracht met de maanfases, die zich zou laten indelen in vier kwartieren van zeven dagen. Ook de mogelijke erotische betekenis van haar in verschillende culturen, zowel los als bijeengebonden, is met het haar van de figuur van Willendorf vergeleken.
Over de functie van de beeldjes bestaan diverse hypotheses. Deze zijn allemaal terug te brengen tot een rol in het voortbrengen van leven en het verloop van de zwangerschap. Het zou kunnen gaan om een eenvoudige magische betekenis als hulp bij het doorstaan van de zwangerschap en geboorte. Ook mogelijk is dat het beeldje wordt aangesproken als een voorouder, die vanuit een andere wereld de zwangere vrouw bijstaat.
Heel algemeen maar controversieel is momenteel de opvatting dat het gaat om een moedergodin, die op lokaal niveau of zelfs in de hele tot dan toe bekende wereld werd vereerd. Prehistorische beeldjes van vrouwenfiguren zijn gevonden over een uitgestrekt gebied, van de West-Europese kustlijn tot aan het Baikalmeer in Siberië. Uit overeenkomsten in de vormgeving, en ook in andere culturele gebruiken, valt af te leiden dat deze culturen met elkaar in verband stonden. Vandaar is de conclusie getrokken dat deze culturen één godin aanbaden, die vooral in verschillende Amerikaanse stromingen inmiddels bekend staat als ‘Grote Moeder’.
Met terugwerkende kracht zijn diverse latere godsdiensten en mythen op de beeldjes geprojecteerd. De veelvuldige mythen van het leven dat ontstond uit het lichaam van moeder aarde zijn vergeleken met de kenmerken van de beeldjes. Een voorbeeld is dat in veel verhalen een godin de eerste mens maakte door klei of aarde te vermengen met bloed. Uit analyse blijkt dat inderdaad sommige beeldjes bestaan uit klei vermengd met verpulverde botten. Vaak zijn ze beschilderd met rode oker, dat als substituut voor bloed kan dienen. Het zou dan dit gegeven kunnen zijn dat terugkeert in onder andere mythen over de Soemerisch Aroeroe, de Romeinse Cura en de bijbelse Adam, wiens naam te vertalen is als rode of bloedige klei.
Net als de benaming ‘Venus’ kunnen dergelijke interpretaties remmend werken op een objectieve beschouwing over de betekenis van de beeldjes aan de hand van bekende feiten. Daartegenover staat dat dit enthousiasme andere verstarde opvattingen van onze maatschappij over het aandeel van vrouwen in de ontwikkeling van de beschaving zou kunnen doorbreken. Deze ‘patriarchale’ ideologieën worden veel minder snel als ‘projectie’ bekritiseerd. Er wordt wel op gewezen dat, vooral binnen een mondelinge traditie, bepaalde ideeën gedurende zeer lange tijd kunnen worden doorgegeven. De vorm is veranderlijk, maar bepaalde motieven keren steeds terug. Sceptici wijzen erop dat het dan zou gaan om een continue lijn in een tijdschaal van tien- of twintigduizend jaar.”