Pentakels Vijf – Triest, maar er is hoop
Uit het boek
Ze zit in elkaar gekrompen, hieronder, opgerold in zichzelf. Haar ogen naar beneden gericht, weg van de glorie die uit het raam schijnt, gemaakt van vloeibaar gekleurd licht om haar heen. De schoonheid en kleur zijn herinneringen aan haar gebrek; ze voelt zich saai en op, in vergelijking. De draak lijkt te triomfantelijk te trompetteren, haar te bespotten en nederigheid te eisen. Alleen de doornige grond omhelst haar. Hij strekt zijn stekelige ranken naar haar uit, en ze trekt zich ervan terug. Ze voelt haar eenzaamheid met een acute pijn, en ziet niet de ziel die bij haar vingertoppen zweeft, en ook niet de andere ogen die kijken vanuit de schaduwen.
Ze is zich niet bewust van haar omgeving, moedwillig blind voor haar uiterlijke wereld, en onwetend blind voor haar binnenste. Haar geest huilt met behoeften die ze niet hoort. Of misschien komt het doordat ze niet weet waar ze echt naar verlangt, zo afgescheiden is ze van haar lichaam en de signalen van haar geest. Er is geen verbinding.
De Vijf van Pentakels is een indicatie van geestelijke armoede, materiële problemen, onzekerheid en moeilijke tijden. Er is een verwaarlozing van de behoeften van het lichaam, een gevoel van verbanning, van buiten gesloten zijn en van verlies. En toch, is redding nabij, als je die verbindingen kunt maken en voorbij de mentale en fysieke blokkades kunt kijken. Zelfs de doornige struik die ze beschouwt als haar enige metgezel, draagt bloemen.
Conclusie
De beschrijving in het boek is in en in triest. Stop het voeden en koesteren van zelfmedelijden en kijk om je heen naar de aanwezige schoonheid en de heldere kleuren. Repareer de barsten in de muur. Pentakels Vijf is ook vaak een gevolg van verkeerde aannamen. Misschien proberen die draak en hagedis haar op te beuren. Maar zolang ze opgesloten zit in haar gevoelens van ellende, kan ze het niet horen.
En soms is het zo dat je je in de steek gelaten voelt, niet mee mag doen en denkt dat dit betekent dat je een vreselijk persoon bent. Maar er is een andere mogelijkheid:
Brief aan Ask Amy
In 2014 schreef een zus, Sad Sister, naar Dear Amy, zo’n Lieve Lita adviescolumn, over haar zus ‘Wendy’ die zich gepasseerd en buitengesloten voelde omdat ze niet werd uitgenodigd voor het jaarlijkse ‘Zussen en nichten-weekend.
De zus (Sad Sister) die schrijft, vertelt dat zus ‘Wendy’ niet past binnen de club. Wendy is alleenstaande moeder, heeft niet veel geld, zegt een pijnlijke aandoening te hebben, gaat niet zo vaak naar de kerk. De andere zussen en nichten, zitten iedere zondag in de kerk, zijn allemaal bewust thuisblijfmoeder met echtgenoten die goed verdienen en zich een weekendje kunnen veroorloven. Het ergste vond ik nog, dat Wendy ooit eens zo boos en verdrietig was dat ze huilend op de stoep stond by deze ‘Sad Sister’ , en dat de man van ‘ Sad Sister’ zei dat ze de kinderen van streek maakte en moest oprotten, of hij zou de politie bellen!
Laten we eerst vaststellen dat ik het met je zus eens ben: Je bent een vreselijk persoon.Uiteraard kun je doen wat je wilt en omgaan met – of uitsluiten – wie je wilt, maar je kunt dit niet doen en dan ook nog de persoon die je buitensluit, het kwalijk nemen dat zij er niet ‘bij past’.
De enige manier waarop je zus er ooit bij kan horen, is, wanneer je ruimte voor haar maakt. Je wilt dat niet doen, en dat is jouw keuze. Maar haar boosheid is volkomen terecht, en je zult er gewoon mee moeten leven.
Misschien is dit iets om over na te denken, vanuit je kerkbank, want ondanks je regelmatige aanwezigheid, lijk je niet veel te hebben geleerd.